do 20 juli: trekking Klyppstaður – Húsavík

Geen gordijnen, maar veel zonlicht in de ochtend. Ik word er niet wakker van, want slapen doe ik met mijn slaapmasker. Dat werkt prima!

Robbert is al wakker en ligt te lezen. De kinderen zijn nog in dromenland. Ze zijn inmiddels helemaal gewend aan het slapen in de hutten en de lichte nachten zonder (goede) gordijnen. We doen vandaag rustiger aan dan de planning was. Het is een hele mooie ochtend, dus ik ga naar buiten om wat bloemen te fotograferen en om te luisteren naar de natuur. De vogels, de wind en de waterval zorgen voor een mooi Oostfjordenconcert.

De twee echtparen uit Reykjavík hebben al ontbeten en maken zich langzaam op om op pad te gaan. De mist begint op deze zonnige ochtend heel snel op te komen hoog in de bergpassen, dus ze twijfelen of ze al zullen gaan lopen of toch nog zullen wachten. Vooral boven de bergtoppen naar Seydisfjördur trekt het verder dicht.  Ze besluiten uiteindelijk toch te gaan, maar niet zonder gps! Dat zou in deze dikke mist niet verantwoord zijn.

Na een uitgebreid ontbijt smeert Robbert weer boterhammen voor de lunch. We lopen met zijn 6en naar het kerkje van Klyppstadur. Het is goed onderhouden en in het hofje achter de kerk liggen veel oude graven, waarvan er 2 nog een steen hebben (één zelfs met een steen van 175 jaar oud). Daarna gaan we echt op pad naar de 2e hut. Ik ga met Isis en Julius het eerste stuk met de Defender tot de verlaten gele boerderij. Robbert, Stijn en Felix lopen er naar toe. Een wandeling van een uur. Robbert vertelt me later hoe mooi het was: enorme bloemenvelden, moerasachtige poeltjes met de witte pluimpjes die ik vaak fotografeer, vogels die om hen heen vliegen en een lekker warm zonnetje hier onderin de fjord. Ze lopen een stuk hoger dan de weg in de richting van een enorm lavaveld dat Stakkahlídarhraun heet. De Oostfjorden lagen heel lang geleden op het huidige breukvlak en zijn in de loop van de tijd dus verder naar het oosten ‘gedreven’. Daarom vind je hier veel getuigen van heel oude vulkanische activiteit.

Ik heb intussen een beetje kunnen voelen hoe de Defender rijdt. Het is natuurlijk gewoon een heel erg leuk om te doen, maar op dit soort weggetjes vind ik het ook een beetje spannend.

Bij het volgende stuk lopen gaat Julius ook met de anderen mee en Isis en ik rijden de Defender naar de volgende hut bij Húsavík. Het is een kippeneindje, maar ook wij moeten een stuk door de dichte mist over de berg heen. Je ziet echt bijna niets. De mannen klimmen steil omhoog over Hryggjabrekka en worden boven beloond met een prachtig uitzicht over het Lodmundarfjördur, totdat ook rondom hen heen door de laaghangende wolken alle uitzicht verdwijnt. De wandeling boven over de Grjótbrún is echter heel mooi over groene velden met hier en daar een schaap dat hun begroet. ‘Het wandelen door de wolken heeft iets bijzonders, want je ziet niets, hoort niets, er zijn geen vogels, je bent alleen met je kinderen, of je loopt in een soort cocon’, zegt Robbert later. De mist zet door en de mannen kunnen op een gegeven moment vanaf het ene paaltje niet meer het volgende paaltje zien. Ze hebben dit vaker gedaan en zijn voorzichtig, dus door goed op hun omgeving te letten weten ze wel hun weg te vinden.

Isis en ik zijn al om 15.00 uur bij de hut en melden ons bij de warden. We zijn waarschijnlijk alleen vandaag. We halen de spullen uit de auto en gaan lekker buiten voor de hut zitten. Rond 17.00 uur zijn ook de mannen aangekomen bij de hut na een mooie wandeling. Ik hoorde ze soms al van ver praten, en dan weer niet; het geluid draagt hier heel ver. Felix heeft een tak van het gewei van een vrouwtjesrendier gevonden en is er heel trots op.

Ik heb in de tussentijd zelfs even kunnen douchen. Ik heb wat blikjes bier in een emmer koud water gelegd voor als de heren terug zijn. Samen proosten we op de goeie oplossing, door mij te laten rijden en hun te laten lopen. In de hut maken we een vuurtje in de houtkachel en we koken ons ‘adventure food’: Pasta Carbonara staat op het menu. Van de warmte van de kachel worden we allemaal rozig en langzaam moe. Het wordt niet laat vanavond.

Soms gebeuren dingen met een reden. Ik ben ontzettend blij dat we de auto hier bij ons hebben en het wandelen kunnen doseren. Mijn heupgewrichten zitten me echt dwars en ik had de tocht nooit met bepakking kunnen lopen. Dit is het perfecte compromis! Ik had deze huttentocht echt niet willen missen. Zo midden in de natuur is IJsland op zijn mooist.

Het is half 8 en voor nu ben ik even klaar met schrijven. Het is jammer dat ik de foto’s en verhalen pas over 2 of 3 dagen kan plaatsen. Alles staat nu gewoon in mijn boekje geschreven. Eigenlijk is dat helemaal niet jammer. De charme van de hutten is tenslotte dat je weg van alles bent. Onze wifi zegt al dagen ‘no service’.

Foto’s van de wandeling van Robbert met de  jongens:

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *