Prut, we worden weer wakker met regen. Je weet dat IJsland vaak regen voor je in petto heeft, maar na zo’n zonnige avond hadden we dat niet verwacht. We moeten nog een beetje de routine vinden in het opbreken, dus we zijn niet zo snel weg als we zouden willen. Regen is daarbij zeker geen behulpzame factor. We vertrekken eerst via Landmannalaugar naar Hrauneyjar om nog een keer te tanken en wat te eten. We moeten best veel rivieren doorsteken en we verbazen ons over de fietsers die dezelfde route doen. Hoe doen ze dat toch door al die rivieren? In het barre weer komen we ook een wandelaar tegen met een soort driewieler voor zijn spullen. Hij kijkt ons vermoeid aan, we benijden hem niet. Hij vraagt zichzelf volgens mij ook af: “What was I thinking…” Bij Hrauneyjar hebben we even wifi, dus de kinderen hebben hun telefoons al in de aanslag. Binnen wordt er druk geappt, gefacebookt en wat dies meer zij. De lamssoep en de hamburgers smaken ons prima en intussen is het buiten droog geworden en de laaghangende wolken zijn al een stuk hoger in de lucht gaan hangen. We hebben nog een paar km asfalt, maar daarna begint het hobbelen en bobbelen weer. De Sprengisandur heeft niet zoveel rivierdoorsteken, het is een groot maanlandschap met grijsturquoise meren, af en toe een lichtgevend groene mos oase, maar vooral veel uitgestrekte vlakte. In dit landschap zijn oefeningen gedaan voor maanlandingen en je hoeft niet veel fantasie te hebben om je dat voor te stellen. Ook is dit landschap geliefd voor filmopnamen. Het is echt heel mooi, maar zeker ook een hoop gehobbel. Langs grote delen zien we ook de paardensporen van de meerdaagse paardrijdtocht die over de Sprengisandur gaat. Het is bijzonder om je voor te stellen dat in vroeger tijden de mensen te voet of te paard deze route volgden.
Ons doel is Nýidalur, niet heel ver weg. Het is de bedoeling om te gaan kamperen, maar het waait hard en het is koud. De Fimmfördurhals is vandaag zelfs gesloten. Het is geen pretje om je tentje op te zetten in de harde wind, dus als er plek is in de hut, zullen we in de hut gaan slapen. Onderweg is het weer heel veranderlijk. Soms zon, maar ook veel wind, regen en zandstormen. Aangekomen, vragen we of er plaats is in de hut. We boffen, er is plek. We hebben vijf matrassen naast elkaar boven in de hut onder het schuine dak. Robbert duikt meteen de keuken in om pasta bolognese te maken en wij maken onze bedden klaar. Er liggen nog 6 of 7 mensen op deze zal. Ik ben erg benieuwd hoe de kinderen zullen slapen. En ik zelf overigens ook. Ik heb als een echt prinses op de erwt, twee matrasjes op elkaar gelegd. Ik vind het heerlijk om zo avontuurlijk op vakantie te gaan, maar merk wel dat mijn lijf iets minder meewerkt dan vroeger..
Het eten smaakt weer prima en na een potje pesten en een potje Wizard gaan we vroeg slapen.