do 13 juli: Hólaskjól – Hrafntinnusker wordt Hólaskjól

Het is droog! Aan de horizon zijn wat stukjes blauw te zien. Ons ontbijt is nog best vorstelijk met cocoa puffs voor de kinderen, Robbert geniet van de gebakken rijst van gisteren en verder is er (nu nog) vers brood met verschillende soorten beleg en een grote bak bosbessen. Het zonnetje komt voorzichtig tevoorschijn.

We hebben inmiddels begrepen, dat er bij Hrafntinnuskur nog sneeuw ligt. Er naar toe rijden is dus niet echt aan te raden, laat staan kamperen. Bij de warden van Hólaskjol  vragen we of we de komende nacht nog een keertje kunnen blijven slapen. Dat kan gelukkig! Gisteren zijn er wat spullen nat geworden, dus we hebben het zeil op de auto open gelegd. Op mijn kruk met een kopje koffie in de zon voel ik mij de koning te rijk. Ik weet weer waarom ik vanaf mijn eerste minuut op IJsland verliefd ben op dit land. Het komt bij mij binnen. Het geeft energie terug en het inspireert. Mijn hersenen waren voor de reis enigszins vastgelopen. De olie was op en de radertjes liepen vast. IJsland is mijn olie en zorgt voor ruimte in mijn hoofd.

Uit het niets begint het opeens hele dikke vette druppels te regenen en we haasten ons om de spullen van het dak in de auto te gooien. Het zeil is al te nat om alleen maar over de spullen heen te trekken. Het blijft IJsland, het weer kan zo snel omslaan.

De kinderen hebben de omgeving al een beetje verkend, maar komen ook snel aanrennen om te schuilen. Julius stelt voor om een kaartcompetitie te houden. Een goed idee! De laatste maanden is de family time er wel bij ingeschoten in ons drukke gezinsleven en gewoon lekker kaarten terwijl het buiten regent is gewoon super gezellig.

Wij weten al lang dat plannen op IJsland voortdurend aangepast moeten worden. Zo hebben we net onze lunchboterhammen, die Robbert ’s ochtends altijd smeert, al lekker bij ons hutje opgegeten en gaan daarna met de auto naar Elgjá en de Öfaerafoss. Deze stonden niet op de planning, maar wat een geweldig alternatief. De zon, de wolken, het zwarte zand en het lichtgevende groene mos in het door vulkanisch geweld gevormde landschap maken dat je eigenlijk voortdurend wilt stoppen om dit natuurschoon vast te leggen. Maar een foto haalt het bij lange na niet bij wat op beeld wordt vastgelegd. Eigenlijk is dat ook genoeg, was het niet dat we andere willen laten meegenieten.

We rijden ook naar Gásatindur…. ? Een hoogvlakte met uitzicht naar de Vatnajökull en de Myrdallsjökull. Dit 360 graden beeld valt op beeld niet samen te vatten.

We moeten best wat rivieren doorsteken en de Defender heeft daar echt geen problemen mee. Wel komen we een 2WD Camperbusje met  toeristen tegen, die midden in de rivier zijn blijven steken. Hoe kun je zo dom zijn?! Waarschijnlijk moeten ze de hulpdienst bellen om los te komen. Wij zijn zo vriendelijk om een sleeptouw op te halen, maar als we terugkomen zijn ze al wel aan de overkant, eruit gesleept door een andere auto. Nu staan ze echter op een plek waar ze, zowel voor zich als achter zich een diepe rivier vinden. Als je met een 2WD camper in het hoogland bent, ben je al in overtreding, laat staan dat je er mee vast komt te zitten. Je betaalt een vette boete en moet zelf opdraaien voor de kosten van de hulpdiensten. We besluiten dat het niet ons probleem meer is en gaan naar ons hutje terug om in de zon buiten aan een picknicktafel te eten.

Achter Hólaskjol ligt een ‘hidden gem’ in de rivier Sydri Ófaefra, een grote waterval, die ook wel Litli Gullfoss genoemd wordt. Het is een klein wandelingetje meteen achter de hutjes omhoog en het uitzicht en de waterval in de basaltzuilen zijn sowieso de moeite waard. In de verte zie ik een grote kudde paarden en ruiters aankomen. Het blijken families uit Reykjavík te zijn, die 3x in de zomer hier naar toe komen voor een gezellig uitstapje. Het is opeens een komen en gaan van mensen, honden en paarden. Gezellig hoor. We zijn benieuwd wat de avond gaat brengen.

Het eten, lamskoteletten met aardappel-rodekoolpuree, is klaar. Eet smakelijk!

Het is een echt midzomernachtavond. Het is nu 12 uur en de lucht is nog helemaal licht met een mooie roze rand en geen wolk te bekennen. We hebben nog een keer een wandelingetje gemaakt naar de waterval hier direct achter de hutjes en we hebben spelletjes gespeeld. De tassen staan alweer redelijk ver ingepakt, zodat we morgen op tijd kunnen vertrekken.

vr 14 juli: Hólaskjól – Nýidalur

Prut, we worden weer wakker met regen. Je weet dat IJsland vaak regen voor je in petto heeft, maar na zo’n zonnige avond hadden we dat niet verwacht. We moeten nog een beetje de routine vinden in het opbreken, dus we zijn niet zo snel weg als we zouden willen. Regen is daarbij zeker geen behulpzame factor. We vertrekken eerst via Landmannalaugar naar Hrauneyjar om nog een keer te tanken en wat te eten. We moeten best veel rivieren doorsteken en we verbazen ons over de fietsers die dezelfde route doen. Hoe doen ze dat toch door al die rivieren? In het barre weer komen we ook een wandelaar tegen met een soort driewieler voor zijn spullen. Hij kijkt ons vermoeid aan, we benijden hem niet. Hij vraagt zichzelf volgens mij ook af: “What was I thinking…”  Bij Hrauneyjar hebben we even wifi, dus de kinderen hebben hun telefoons al in de aanslag. Binnen wordt er druk geappt, gefacebookt en wat dies meer zij. De lamssoep en de hamburgers smaken ons prima en intussen is het buiten droog geworden en de laaghangende wolken zijn al een stuk hoger in de lucht gaan hangen. We hebben nog een paar km asfalt, maar daarna begint het hobbelen en bobbelen weer. De Sprengisandur heeft niet zoveel rivierdoorsteken, het is een groot maanlandschap met grijsturquoise meren, af en toe een lichtgevend groene mos oase, maar vooral veel uitgestrekte vlakte. In dit landschap zijn oefeningen gedaan voor maanlandingen en je hoeft niet veel fantasie te hebben om je dat voor te stellen. Ook is dit landschap geliefd voor filmopnamen. Het is echt heel mooi, maar zeker ook een hoop gehobbel. Langs grote delen zien we ook de paardensporen van de meerdaagse paardrijdtocht die over de Sprengisandur gaat. Het is bijzonder om je voor te stellen dat in vroeger tijden de mensen te voet of te paard deze route volgden.

Ons doel is Nýidalur, niet heel ver weg. Het is de bedoeling om te gaan kamperen, maar het waait hard en het is koud. De Fimmfördurhals is vandaag zelfs gesloten. Het is geen pretje om je tentje op te zetten in de harde wind, dus als er plek is in de hut, zullen we in de hut gaan slapen. Onderweg is het weer heel veranderlijk. Soms zon, maar ook veel wind, regen en zandstormen. Aangekomen, vragen we of er plaats is in de hut. We boffen, er is plek. We hebben vijf matrassen naast elkaar boven in de hut onder het schuine dak. Robbert duikt meteen de keuken in om pasta bolognese te maken en wij maken onze bedden klaar. Er liggen nog 6 of 7 mensen op deze zal. Ik ben erg benieuwd hoe de kinderen zullen slapen. En ik zelf overigens ook. Ik heb als een echt prinses op de erwt, twee matrasjes op elkaar gelegd.  Ik vind het heerlijk om zo avontuurlijk op vakantie te gaan, maar merk wel dat mijn lijf iets minder meewerkt dan vroeger..

Het eten smaakt weer prima en na een potje pesten en een potje Wizard gaan we vroeg slapen.

za 15 juli: Nyidalur – Askja

We hebben in de hut goed geslapen. Het is verplicht stil tussen 24.00 en 07.00 uur. Op ‘onze’ zolder was het al stil rond elf uur en Felix was al om kwart voor tien out. Na een ontbijt met surmjolk, cocao puffs en banaan zijn we snel klaar om op pad te gaan. Ik heb zelf een heerlijke warme douche genomen. Wat een luxe is dat!

Dit was vandaag veruit de meest bizarre route die ik ooit op een dag gereden heb. Dan wel niet als chauffeur vandaag, maar als bijrijder. De route begon met een paar rivierdoorsteken met de gletsjer aan onze rechterkant. De zon doet hard zijn best door de wolken heen te komen. Er komen steeds meer stukken blauw aan de horizon. De weg is best redelijk en Robbert zegt nog: “Best lekker in vergelijking met gisteren.” Haha, vlak daarna beginnen de hobbels die steeds serieuzer worden. We willen vanaf Nýidalur naar Askja. Het plan was eigenlijk de Gaesavatnaleid te rijden, maar Robbert vraagt het even na bij de Ranger. Zij zegt dat deze weg nog dicht is, maar dat het eventueel wel zou moeten lukken met onze auto. Wel ligt er nog veel sneeuw, dus de route kan best wel eens een uur of 10 (of langer) duren en de kans dat je vast komt te zitten is groot.  Dat avontuur gaan we met 3 kinderen op de achterbank niet aan, dus we nemen de F910. deze oude weg gaat dwars door een ongelooflijk uitgestrekt lavaveld. Als je er tegen aankijkt geloof je niet dat je erdoorheen kunt rijden en als je achteruit kijkt, geloof je niet dat je er doorheen gereden bent. We hebben gefotografeerd en gefilmd om dit ongeloofwaardige duidelijk te kunnen maken. De Defender doet het toch echt schijnbaar moeiteloos: wat een bak! Af en toe geef ik een kreet, omdat ik een foto wil maken. Ofwel een roze bloemetjes in een verder levenloze omgeving, ofwel een stuk touwlava dat nu een stille getuige is van de ooit kolkende massa lava die dit bizarre landschap geschapen heeft. We rijden soms echt van paal naar paal om de route te kunnen bepalen, want de ‘weg’ is wel goed uitgezet. Op de Kjölur waren we verbaasd over het aantal fietsers dat we daar tegenkwamen, maar op deze route zijn we vooral verbaasd over het aantal eenzame wandelaars. Het waait hard en ze ploegen echt soms uren tegen de wind in door dit rauwe maanlandschap.

Halverwege zien we eindelijk de Askja in de verte, maar dat betekent dus niet dat we er al zijn. We hebben nu wel een ijkpunt. Nadat we dichterbij de Askja zijn gekomen wordt de weg langzaam meer een zandvlakte. Het waait hard, dus we doen snel alle roosters van de auto dicht, zodat we zo min mogelijk zand hoeven te happen. Het blijft een Defender, dus helemaal dicht is hij nooit…

Het is wel heerlijk om niet meer zo te hobbelen en alleen maar de gele paaltjes door het zand te volgen. We hebben door de Warden (beheerder) van Nýidalur al laten bellen naar de hut bij Askja om 5 bedden te reserveren. Aankomen bij de hut betrekken we dan ook onze eigen 6-persoonskamer. Alles heel basic voor een niet geringe prijs. Sinds vorig jaar zijn de prijzen echt enorm gestegen en de IJslandse Krone staat erg hoog. Toch verkiezen we de hut boven onze tentjes. Het is best een vermoeiende dag geweest en de warmte en het gemak van de hut is wel erg aantrekkelijk. Er wordt hier buiten zeker ook gekampeerd en het ziet er ook erg goed uit. Als we met zijn tweeën  waren geweest hadden we een tentje opgezet, maar als gezin is een warme avond en een comfortabele nacht ook wel lekker. Het is de bedoeling dat we hier twee nachten slapen. Morgen besluiten we of we dat ook daadwerkelijk gaan doen. Rob en ik genieten buiten in het zonnetje van een glas gin-tonic, de kinderen zijn op hun bedden neergestreken.

Het is wel druk in de hut. Ik vond het leuker bij Nýidalur. De kinderen vinden de drukte hier juist wel gezellig. We hebben nog pasta bolognese over van gisteren, dus het eten is een makkelijke klus. Na het eten gaan we nog naar de Víti, de kleine warme krater binnen in de grote Askja krater. Een klein stukje rijden naar een parkeerplaats en dan is het 5 km heen en 5 km terug: een goeie avondwandeling. We moeten hele stukken door smeltende sneeuwvlaktes en de waterdichtheid van onze bergschoenen wordt even goed op de proef gesteld. De afdaling in de Víti is stijl en glibberig. We gaan met zijn allen zwemmen. Dat is toch wel een bijzondere belevenis met zijn vijven. Het eruit komen en snel aankleden in de kou valt best een beetje tegen, maar het was het zeker waard. In de auto terug naar de hut maken we nog een paar mooie foto’s van de uitgestrekte vlakte en de prachtig in de avondzon goed zichtbare Herdubreid. Terug in de hut drinken we snel nog een kop thee, maar gaan snel slapen. Het was eigenlijk best een enerverende dag.